swoosh

3 Het onderwijs

De centrale gedachte van ons onderwijs is dat een kind een ononderbroken ontwikkeling moet kunnen doormaken. Het onderwijs is zo ingericht, dat rekening wordt gehouden met de specifieke (on)mogelijkheden en behoeften van het kind. Het kind zelf is dus de 'norm'.

3.1 De inhoud van ons onderwijs

Onze school gaat uit van kansen en houdt rekening met de verschillen bij de leerlingen. Zo kan het zijn dat een leerling binnen de groep een eigen programma volgt. Ook hoeft niet elke leerling dezelfde hoeveelheid leerstof te verwerken. Er wordt gekeken of een andere leerstrategie misschien beter aansluit bij een bepaalde leerling. Maatwerk kan ook zitten in kleinere aanpassingen. Een andere plek in de klas, speciaal meubilair, een koptelefoon of speciale grippers voor je pen, het zijn allemaal mogelijkheden om kinderen maximaal te kunnen ondersteunen zodat zij zich competent voelen. Het handelingsgericht werken sluit prima aan bij al deze zaken. De leerstof wordt bij de vakken rekenen, spelling en technisch lezen namelijk op drie niveaus aangeboden. Ook bij de andere vakken wordt de leerstof waar mogelijk en indien gewenst gedifferentieerd aangeboden. Het belangrijkste is dat kinderen positief benaderd worden in hetgeen zij kunnen en middels succeservaringen komen tot betere prestaties. Met de komst van Passend Onderwijs kijken we nog meer naar de mogelijkheden van kinderen en denken we nog meer in kansen.  De plusgroep, het verrijkingsonderwijs, VVE ( Voor- en Vroegschoolse Educatie), remedial teaching en MRT (Motorische Remedial Teaching) kunnen nog een extra impuls geven om kinderen die wat meer of wat minder aankunnen passend te begeleiden.

Toekomstgericht onderwijs

De balans binnen de domeinen van Biesta (2017): kwalificatie, persoonsvorming en socialisatie, wordt belangrijk gevonden op 't Schrijverke. We zijn ons ervan bewust dat ons onderwijs gericht moet zijn op het ontwikkelen van kennis, houdingen en vaardigheden waarmee kinderen de rest van hun leven in staat zijn om zich te blijven ontwikkelen en kunnen bijdragen aan de maatschappij, als individu (Biesta, 2017).  Generieke, 21e eeuwse vaardigheden worden vanuit deze visie door het team grondig onderzocht en krijgen steeds meer plaats in ons curriculum. Deze vaardigheden zijn niet gekoppeld aan een vak, maar worden aangesproken en ontwikkeld gedurende het hele lesprogramma, waar mogelijk. Expliciete aandacht krijgen deze binnen het projectonderwijs, waarbij vakken geintegreerd worden en onderzoekend en samenwerkend geleerd wordt, binnen leerdoelen die de leerlingen deels zelf bepalen. Op deze manier proberen we leerlingen vanuit intrinsieke motivatie te laten leren en zich 'eigenaar' te laten voelen van hun leerproces, wat de kwaliteit van leren bevordert. Zo werkt men in de groepen 7 aan het project "wereld" waarbij de leerlingen vanuit verschillende invalshoeken een stuk van de wereld in kaart gaan brengen en hierover in de meest uiteenlopende vormen een eindpresentatie verzorgen. De groepen 6 houden zich middels het project 'Geloof' bezig met de wereldgodsdiensten en doen hier gezamenlijk onderzoek naar, waarbij excursies en gastsprekers een prominente plaats hebben.    
.
Wat in ieder project centraal staat, is de vaardigheid 'samenwerken'. Een van de relevantste skills voor in de toekomst. Om hier in te groeien, reflecteren alle kinderen van groep 5 t/m 8 tijdens ieder project op deze vaardigheid, m.b.v. een rubric. Een instrument dat ontwikkeling inzichtelijk maakt en klasgenoten en de leerkracht input geeft voor het geven van de juiste feedback.  

 

 

 

Neem contact op